Geschiedenis
Je kunt het niet ontkennen. Al vroeg rond Pasen liggen de paaseitjes in hun volle glorie in iedere supermarkt, bij de bakker of waar dan ook te pronken.

Allerlei smaken en geuren zorgen voor een overvloedig aanbod waarvan de creativiteit ieder jaar meer en meer toeneemt. En zeg het nu zelf, wie houdt er nu niet van een paaseitje bij de koffie of een beknopt tussendoortje dat je energie op peil houdt? Maar heb je er al eens bij stilgestaan waar het paasei precies vandaan komt?
Zoals iedereen wel weet is Pasen een christelijke feestdag die de verrijzenis van Christus viert. In bepaalde orthodoxe en oosterse-katholieke kerken werd deze hergeboorte gevierd met een rood paasei, wat staat voor het bloed van Christus. Wanneer de gelovigen de eierschaal openbraken stond dit als symbool voor de verrijzenis.
Vastentijd
De periode voor Pasen die we vastentijd noemen betekende dat velen van de gelovigen niet mochten eten. Pasen was de eerste dag waarop er weer volop kon worden genoten van allerlei lekkere dingen. En natuurlijk mocht het paasei dan zeker niet ontbreken. Mensen gaven het elkaar als cadeau en aan hun kinderen werd verteld dat op Pasen de paasklokken vanuit Rome de hele wereld rondvlogen om paaseitjes in de tuinen te verstoppen.

Wat met de Paashaas?

De paashaas heeft hier eigenlijk niets mee te maken. De Paashaas is een verschijnsel dat werd uitgevonden in Duitsland en is overgewaaid naar de rest van de wereld. Maar waarom hebben de Duitsers dan eigenlijk gekozen voor een haas als symbool voor Pasen? Heel eenvoudig. In het Christendom staat een haas als symbool voor wedergeboorte en verrijzenis, terwijl een haas eigenlijk niets met geloof te maken heeft. Toch vind je de haas vaak terug op christelijke kunstwerken. In meerdere kunstwerken vind je een symbool van 3 hazen die met hun oren met elkaar zijn verbonden. Dit teken noemt men het driehazensymbool. De symbolen staan voor de eenheid van drie verbonden figuren in het christendom, namelijk de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.